De rots is een bloem en de Duitsers zijn laks...?

22 maart 2010 - Tucumán, Argentinië

Aangezien het laatste bericht een beetje op een dood spoor eindigde, hierbij een meer opgebeurd stuk.

Ik ben na twee weken in Sucre te zijn geweest weer onderweg en ondertussen aangekomen in San Miguel de Tucumán, Argentinië. De motor is ontdaan van alle knellende gebreken en ik voel me weer opgeladen en klaar om te knallen naar het verre Zuiden.

Hoe leuk Sucre als stad ook is, mijn tijd was toch echt over. Alle musea waren bekend, de straten kende ik op mijn duim, alle markten waren bezocht en alle gringo´s die zijn blijven plakken (meestal omdat ze een kindje hadden verwekt) heb ik gesproken. Dit betekende dat er weinig anders opzat dan vroeg te beginnen met drinken. Gelukkig kwam het lagertje voor mijn motor uiteindelijk aan en kon ik het vlot plaatsen. Dat ik het getroffen had met mijn garage bleek maar weer. Ik kwam op het adres met behulp van mijn universele motorencyclopedie Horizons Unlimited (puntcom). Deze site beschikt over een lange lijst met aanbevolen garages overal ter wereld. In Bolivia was er echter maar één, maar dan wel in Sucre. Jaime Medina leek op het eerste gezicht nogal een verstrooide professor, maar hij beschikte over een toffe werkplaats met veel speelgoed voor grote jongens. Een hout- en metaaldraaibank, hydraulische pers en veel powertools. Een lagertje vervangen moest dus wel kunnen. Dat Jaime wat ervaring had, merkte ik toen hij mij een boekje in de hand drukte van een verre vriend uit Duitsland. Ik herkende het boekje meteen, want ik had het een lange tijd geleden gelezen. ´Mit Optibrumm dürch Sudamerika´ was geschreven door Florian Schlumpf, schrijver en parttime held. In de jaren ´80 van de vorige eeuwe reisde hij met zijn vrouw door Zuid-Amerika. Zijn motorfiets, Optibrumm, was een BMW frame en aandrijflijn met een Gilera motortje. De zelfgemaakte tank was enorm, voor een grote actieradius. Achterop had hij een grote koffer gemaakt voor letterlijk al zijn bezittingen. De minimotor van Gilera zorgde ervoor dat hij ook nog eens lekker zuinig was. Zijn vrouw reed op een Honda achter hem aan. Echte motoren zijn blijkbaar ook niet voor Duitse vrouwen weggelegd (geintje hoor, vrouwen). In ieder geval bleek hoe Jaime Florian kende, toen hij naar de pagina over Bolivia bladerde. Daar stond Jaime op de foto, meer dan dertig jaar geleden. Al met snor, maar toen nog zwart en met een toen al antieke BMW motorfiets. Voor de kenners: het leek op een R51/3, dus dat is ongeveer 1954. Jaime maakte dus al een tijdje deel uit van motorreisgeschiedenis.

Toen ik klaar was met de motor, begon het weer te kriebelen. Zal de motor nog wel lekker lopen? Ben ik het rijden niet verleerd? Nutteloze vragen, want natúúrlijk deed de motor het goed en natúúrlijk kon ik nog rijden. Op naar mijn spullen, die al twee weken in een muf hok in Samaipata op me lagen te wachten. Eindelijk weer voldoende ondergoed en mijn camera lag er ook tussen, dus die had ik zeker gemist. Via een prachtige bochtige weg kwam ik aan in Potosi, met 4300 meter officieel de hoogste stad ter wereld. Da´s best hoog. Via Potosi reed ik door enorme bergen naar Cochabamba. Ik ben volgens mijn GPS op 5250 meter geweest, das dus een hopje hoger dan de top van de Mont Blanc. Da´s helemaal best hoog. Enfin, na 500 kilometer kwam ik aan in Cochabamba, offcieel de enige stad in Bolivia waar geen zak te beleven is. Snel weg dus de volgende dag naar Santa Cruz via de hoofdroute. De secundaire route kende ik al, en deze weg was minstens net zo mooi. Halverwege Santa Cruz stopte ik even bij een thermaal bad, om even tot rust te komen. I-dyl-lisch.

In Santa Cruz kwam ik aan bij mijn hostel waar ik vier bekenden uit Sucre tegenkwam, waaronder Vanya uit Den Hoag. Ze wilde graag naar Samaipata en ik bood aan om haar een lift te geven, tegen beter weten in. De vorige keer dat ik iemand een lift aanbood, liep ik vast en moest ik twee weken op mijn gat blijven ziten. Of was ik dat al vergeten? Enfin, Vanya klom achterop en we gingen. De weg was weer fantastisch en ik denk dat ik weer iemand heb overtuigd om een motorrijbewijs te halen. Echter, nadat we stopten om wat water te drinken uit haar handtas, vergaten we om de sjorband te controleren. Wat er toe leidde dat we de tas kwijtraakten onderweg. Natuurlijk ging ik snel terug om te zoeken, maar de tas was al weg. Of iemand is nu heel gelukkig met een dikke portemonnee, iPod, camera etcetera, of het ligt allemaal ergens onderaan de berg. Hoe dan ook, Vanya was alle documenten ook kwijt. Gelukkig had ik net voldoende geld mee om haar in een hostel te stoppen en de volgende dag in een taxi naar Santa Cruz te zetten. In Santa Cruz kon ik wat extra geld pinnen zodat ze naar La Paz kon om een nieuw paspoort te halen. Een vriendin die naar La Paz kwam, kon nog mooi een nieuw bankpasje meenemen. Probleem opgelost. Zou het dan toch zo zijn dat reizen per motorfiets per definitie meer ongeplandheden (lees: ellende in het woordenboek van een boekhouder, avontuur in het woordenboek van een reiziger) voortbrengt?

Ik kon met een gerust hart weer verder naar Yacuiba en Argentinië. Ondertussen had mijn übergevoelige boxertje wel erg veel last van de baggerbenzine die ze hier durven te verkopen. Bij weinig gas was het hikken en stoten (wat erg vervelend is met al die drempels in Bolivia) en bij veel belasting had ik zelfs detonatie. Detonatie klinkt min of meer alsof er knikkers in je blok zitten en het is nogal schadelijk voor je motor. Cilinders en kleppen worden dan erg heet en wanneer dat te lang duurt, sta je weer stil, maar dan voor langere tijd. Denk aan permanent. Ik was dus erg blij met het eerste benzinestation in Argentinië met 97 octaan benzine en een flesje injector-reiniger. Alle problemen verdwenen als sneeuw onder de zon. De weg in Argentinië ging naar Salta en vanuit daar naar het westen, om de Ruta 40 te kruizen. Eindelijk, daar was hij dan. Prachtig gravel, adembenemende uitzichten en een nogal gelukszalig gevoel maakten de hele dag perfect. De weg liep via de hoogste pas in Zuid-Amerika. Met 4896 meter natuurlijk kattepis voor een berggeit als mijn BMW. Dit was wel de eerste keer dat ik een beetje licht in mijn hoofd werd van de hoogte. Eerder bij Potosi kreeg ik zeer lichte hoofdpijn, maar dat had ook tussen mijn oren kunnen zitten. Of het was gewoon een lichte hoofdpijn. Deze keer was het echt de hoogte, omdat ik de hele dag boven 4000 meter zat. Nog zeker niet vervelend of gevaarlijk, dus daar heb ik dan weer mazzel mee. De motor houdt het allemaal prima, de injectie zorgt er wel voor dat we blijven lopen. Het vermogen is natuurlijk grotendels verdwenen, maar omhoog gaan lukt nog.

Na een paar stukjes fes-fes (dat nogal kutte zand waar zelfs Dakar-rijders last van hebben) maar overwegend prachtig gravel.kwam ik aan in Cafayate en veranderde de weg in perfect asfalt. Na 80 kilometer op deze weg gereden te hebben, kwam ik aan bij de bergpas naar Tucucan. Langs de weg waren geen dorpen, maar wel plaatsnaambordjes. En dan vooral hele gekke. Flores Amarillos, gele bloemen zei het bordje naast een grote kale rots met nog niet eens een beetje mos. Aan het einde van een recht stuk stond een bordje met ´Fin del Mundo´, het einde van de wereld. Gelukkig bleek er nog meer wereld achter het einde, want na de pas kwam ik op het laatste stuk snelweg naar Tucuman. En toen stonden daar twee KTM motorfietsen met Duitse mannen en kentekenplaten langs de weg. Stoppen dus en vragen wat ze aan het doen zijn. Blijken de heren vanuit Valparaiso drie maanden rond te rijden met twee toffe enduro´s. Tot de tand toe geladen met bagage, dus net zo handzaam als mijn trekker, maar toch. Ze gingen ook naar Tucuman, dus dat werd een leuk karavaantje. Vanwege een groter achtertandwiel van die KTM´s konden we niet harder dan 90, wat nogal vervelend wordt na een tijdje. Kwam nog bij dat we bij een politiecontrole moesten stoppen en ze geen Spaans konden spreken. Gelukkig was ik er nog, dus kon ik als tolk fungeren. Bleek dat ze niet op de hoogte waren van de verplichte verzekering in Argentinië. Multa, multa dus. De motoren zouden in beslag genomen worden, de dag erna moesten ze een verzekering aanschaffen (het was zondag) en een boete betalen. Tuurlijk agent. Helaas snapte ik wel dat dit niet ging gebeuren, maar dat de agent dan wel pesos wilde zien. Honderd per man. Voor de Duitsers dan, ik was safe. Ik had eerlijk gezegd ook nog geen verzekering, omdat ik net twee dagen in het land was. Ik heb echter mijn Nederlandse groene kaart. Deze is natuurlijk volledig in het Nederlands, maar bovenaan staat vrolijk ´International Motor Insurance Card´, wat genoeg is om ze wijs te maken dat het ook geldig is in Argentinië. De rest van het papiertje (het geldigheidsgebied bijvoorbeeld) kunnen ze toch niet lezen. Scheelt weer.

De heren betaalden de agent en zonder inbeslagname tuften we weer lekker verder. In Tucuman dondert verdomme zo mijn zijstandaard in twee stukken, wat nu gelast moet worden. Moet zo gedaan zijn. Kan ik gelijk mijn laptop laten fiksen. Ondertussen staat het hostel er leuk bij, met drie enorme reismotoren in het binnenplein…

Kortom, Marko is weer onderweg!

5 Reacties

  1. dinet:
    22 maart 2010
    :) zat een saai spelletje te doen op te pc toen er een berichtje kwam je hebt een nieuw emailbericht van Marko Beerda ahaha dacht ik dat is dus veel spannender:) en ja ik had gelijk.
    Fijn om weer wat van je te lezen en een goeie reis verder.
    Liefs en big hug van Dinet
  2. Gabry:
    23 maart 2010
    He Marko, goed weer wat van je te lezen. Het was wel even verdacht stil na het laatste bericht. Wat ik me nu af vraag, waar jij waarschijnlijk nog niet aan wil denken, wanneer kom je weer terug?

    Groeten,
    Gabry
  3. Frank:
    27 maart 2010
    Hey maffe aap,

    Goed te lezen dat je nog leeft! En ik maar denken dat ik een avonturier was in Schotland met een hike-trip in the Highlands links en rechts. Niet dus :)

    Succes en zodra je terug bent gaan we 'ouderwets rocken'

    Cheers mate!
  4. Marian:
    28 maart 2010
    Hoi Marko, toevallig in de krant een reis over de Ruta 40 gelezen van iemand met een auto, behoorlijk heftig. Ik hoop dat jouw spullen het gehobbel en getril overleven en jijzelf ook natuurlijk. Laat je indrukken weten als je erover bent. X
  5. Samuel:
    2 april 2010
    Marko, ton blog est absolument génial. Les photos sont magnifiques et on sent qu'il y a du fond dans les commentaires. Mais malheureusement, tu as oublié les non-néerlandophones.
    Bonne route

    Samuel