“Oh, die zit hier wel hoor. Kijk daar maar…”

1 november 2009 - Brownsweg, Suriname

 

Om gedurende deze week even wat meer van de omgeving te zien, besloten we met de groep naar Brownsberg te gaan. Brownsberg is een berg in de Nederlandse zin van het woord, dat wil zeggen dat hij op het hoogste punt net 500 meter is. Brownsberg is gelegen in het district Brokopondo, dat aan het district Para (van PARAmaribo hé) grenst. In Brokopondo wordt al tientallen jaren goud gewonnen uit de jungle. Ook bevindt zich hier het stuwmeer, dat het drinkwater levert voor Paramaribo. Vanwege al die activiteit is er sinds kort een brede asfaltweg aangelegd, die doorloopt tot bijna aan de Brownsweg, die naar de top van de berg leidt. Het laatste deel, voordat je de berg op gaat, wordt vooral gedeeld met enorme Chinese vrachtwagens van de Rosebel goudmijn (met dank aan de überkapitalisten van IAMGOLD). Ramen dicht en airco aan dus, want de hoeveelheid stof dat die wagens op doen waaien is enorm. Gelukkig wist onze chauffeur alle sleeping policemen (lees: ruggengraatbrekende kuilen) wel te vinden, dus dat ging lekker soepel. Wanneer je bijna aan de voet van de berg bent, kom je door een nogal troosteloos ogend dorp. Navraag bij de chauffeur leert dat de bewoners van de dorpen die ontruimt zijn voor de aanleg van het stuwmeer hier zijn geplaatst. De wijken hebben nog dezelfde naam als het dorp waar ze voorheen in woonden. De armoede is hier groot en afleiding is hier amper te vinden. Zodoende (althans, deels zodoende) ligt het er vol met gedemonteerde auto’s en bussen. Nadat alle waardevolle delen verwijderd zijn, worden de wrakken in brand gestoken. Het merendeel van de gestolen voertuigen uit Paramaribo komt hier terecht.

De Brownsweg zelf is nog onverhard en erg smal, wat nog wel eens problemen geeft voor de bussen en minivans met toeristen die elkaar tegenkomen halverwege de berg. Er moet flink getoeterd worden om tegenliggers op de hoogte te houden van je komst. Ook moeten de ramen weer open en de airco uit, want het 74 pk sterke busje heeft alle puf nodig om überhaupt ergens heen te gaan op deze weg. Wanneer het geregend heeft (Onze heenweg was gelukkig droog) kan je met geen mogelijkheid stoppen, omdat je dan geen momentum meer hebt om vooruit te gaan. Dan is het dus achteruit afzakken en opnieuw proberen. Vorig jaar waren er een stuk of vier busjes op die manier opgedonderd, dus dat beloofde wat. Gelukkig kwamen we vrijwel niks tegen en kwamen we veilig aan bij de top van de berg. Het verblijf op de Brownsberg is lekker simpel, maar goed vertoeven. Je kan met je eigen hangmat of een gehuurde lekker in een open cabin hangen. Van de regen heb je geen last en wind is er toch niet. De toiletvoorzieningen waren nog wat meer basic. De hoeveelheid water dat uit de douche komt is amper genoeg om je tanden te poetsen, wat je natuurlijk pas merkt zodra je helemaal ingezeept bent en je de douchegel niet meer weg kan spoelen. Ik heb nog twee dagen na liggen schuimen, maar ik rook wel lekker!

Eenmaal geïnstalleerd, kan je fantastisch wandelen door het dichte bos. De paden zijn over het algemeen goed begaanbaar, maar wel erg zwaar. De wandelingen leiden vrijwel allemaal naar een waterval of een van de drie panorama-uitzichten. Vanwege de grote droogte die er nu heerst in Suriname vanwege het achtjaarlijkse El Niño effect was er niet heel veel water te bekennen. Voordeel is dan wel dat je in, om en door de waterval kan lopen. Met die zin begint het verhaal van de rare bultjes. Ondergetekende had het namelijk erg warm, en zag een enorme blauwe vlinder over zijn hoofd suizen. Ik dacht bij mezelf: dit is dus zo’n Kodak-moment. Ik ren achter die vlinder aan (overigens niet in fatsoenlijke wandelschoenen, maar in espadrilles die toch een maatje te klein waren) en probeer een foto te maken. Vliegt die vlinder natuurlijk de waterval in. Uiteindelijk stopt hij op een bananenblad en kan ik de foto maken. Ondertussen had ik zo’n last van mijn voeten dat ik terugliep door het kreekje van de waterval voor wat verkoeling. Big mistake. Marko was namelijk vergeten dat in de jungle alles eeuwig nat blijft. Zodoende had ik dus twee dagen lang natte voeten in vieze, te kleine espadrilles die nog meer gingen krimpen door het vocht. Op mijn rechtervoet zat een blaar, die opgesprongen was tijdens het lopen. Met als resultaat dat ik aan mijn rechtervoet een dikke vieze bult kreeg die helemaal opzwol en redelijk pijn deed. Uiteindelijk heeft de kampeigenaar me goed bang gemaakt met een verhaal over vleesetende streptokokken zodat ik toch maar even met Betadine en een verbandje in de weer ging. Op stap gaan met zes vrouwen met nesteldrang (geintje hoor dames) heeft dan toch zijn voordelen. De rest van ons verblijf werd er opeens toch wel héél goed voor me gezorgd. Een voetmassage was helaas nog te veel gevraagd.

Enfin, er kon weer gelopen worden en logischerwijs hebben we de meest fantastische dingen gezien. De jungle zit daar vol met geweldige witte en bruine capucijneraapjes en ‘s nachts wordt je onherroepelijk gewekt door het gebrul van (jawel) brulapen. Zonder sokken en lange broek wordt je tijdens het lopen wel veelvuldig bezocht door boze mieren, die schijnbaar wat meer op hun privacy gesteld zijn dan we dachten. Zie daar, weer wat rare bultjes. Insecten zijn sowieso van een andere wereld in de jungle. Alles lijkt levensgevaarlijk en regelrecht uit je nachtmerries te komen. Gelukkig valt dat allemaal wel mee, want het laatste waar zo’n giftige spin aan wil denken is het zonverbrande lichaam van één of andere toerist. In onze cabin hadden we ook totaal geen last van wat voor beesten dan ook. Ondanks afraden van de kampeigenaar zijn we ook ’s nachts op pad gegaan. Helaas valt er dan wel genoeg te horen, maar als je niet weet wat je zoekt, vind je ook weinig. De volgende dag vroegen we de eigenaar of er geen vogelspinnen of tarantula’s zaten in de jungle. Die hadden we namelijk nog niet gezien. “Jawel hoor, ” antwoordde hij lachend, “, die zitten hier genoeg. ”. Hij liep drie meter naar een struik achter een bankje, waar een enorme vogelspin een beetje zat te dutten. Een andere Nederlander was schijnbaar niet onder de indruk en riep dat hier dan toch zeker geen grote slangen zaten. “Oh, die zit hier wel hoor. Kijk daar maar.” De eigenaar wees naar een huisje dat niet in gebruik was. Onder de veranda lag een behoorlijke slang, dat later een lanspuntslang bleek te zijn. Dodelijk voor mensen dus. De Nederlander is de rest van zijn verblijf niet meer in de buurt van het huisje geweest. Ook was hij opeens wat minder mondig tijdens het diner. Op de laatste dag, vlak voor vertrek, was er nog een luiaard te zien. Het was heel bijzonder om zo’n sloom, beheerst beest te zien. Je gaat je ook afvragen wat nou het bestaansrecht is van een dier dat haast te lui is om eten te zoeken en waarschijnlijk alleen maar met rust wordt gelaten omdat hij niet zo lekker smaakt. Een soort van Giel Beelen met klauwen.

En toen was het tijd voor het ritje naar beneden. We kregen een andere chauffeur, die in geuren en kleuren vertelde wat er allemaal fout kon gaan en hoe moeilijk het was om af te dalen in een bus. Gelukkig deed dat mij niet zoveel en de Fransen verstonden het toch niet. Het had ’s nachts geregend en de weg was spekglad. Er werd dus veel geslipt en gegleden. Achteraf deelde de chauffeur me mee dat hij nóóit meer de berg op of af wilde wanneer het geregend heeft, dat was hem te gevaarlijk. Ik keek achterom naar de rest van de passagiers en wat bleek: zonder uitzondering lagen ze allemaal te slapen. Zo spannend was het dus blijkbaar. Die avond hebben we nog gezellig met z’n allen gegeten en dat was dan het afscheid.

Nu, vier dagen later, kijk ik naar een schattig roze kratertje ter grootte van een flinke rijstkorrel op mijn rechtervoet. Crisis nummer één is afgewend.

PS: check de foto’s! En: de titel van de vorige post (dat je dat niet even kon googlen Gabry) betekent: “Hoe gaat ‘ie, lekker geslapen?” Het is een mooi voorbeeld van hoe het Sranan bestaat uit Nederlands, Engels, Javaans, Creools en jibberish, waardoor het uiteindelijk door niemand meer verstaan wordt. Zelfs niet meer door de Surinamers. Op Brownsberg was een geëmigreerde Surinamer, die het Sranan van dertig jaar terug beheerste, aan het praten met een Franse die het (moderne) Sranan als bijvak volgde. Ze hadden geen idee waar de ander het over had. Kan ook aan het bier gelegen hebben, wat overigens prima is hier. 't is Parbo bier en het komt in twee smaken: pilsner en stout. Het logo doet vermoeden dat Amstel bier wat aandelen Parbo heeft. Tot voorheen was dat ook zo, maar (gelukkig) is Parbo nu zelfstandig zottekoppen aan het creëren. Het is erg licht vanwege de speciale rijst dat ze in het water doen. Je tikt er makkelijk een paar Djogo’s (literflessen) per dag van weg (geintje hoor mam).

 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

10 Reacties

  1. Annika:
    2 november 2009
    heerlijk!
  2. Annika:
    3 november 2009
    echt super zeg Marko! Je bent n echte schrijver :D
    Ik heb maar even de letter van mn achternaam erbij gezet. Er zijn natuurlijk 2 Annika's :)

    Suc6 in de jungle!
  3. Annika:
    3 november 2009
    Eh...die foto's van die spinnen zijn iets minder leuk :| hehe
  4. Evert-Jan:
    3 november 2009
    werk je voor de plaatselijke VVV of zo zulke uitzichten is toch niet normaal!

    Roll Tide!!
  5. Henk. (stef):
    3 november 2009
    "Op de laatste dag, vlak voor vertrek, was er nog een luiaard te zien. Het was heel bijzonder om zo’n sloom, beheerst beest te zien."

    Hoe lang ken je mij nu al!? Doe je net alsof dat nieuw voor je is. Mooie foto's btw! In tegenstelling tot annika r vind ik die van de spin wel leuk ;)
  6. Aldric:
    3 november 2009
    Good luck on your bike trip Marko ! Hope to see you hitting the road very soon !

    Greetings from Cayenne
  7. Dorien:
    4 november 2009
    Tof dat er weer berichtje staat! mag ik graag lezen :)
    Wel beetje jaloers hoor, zit tijdens dat koude herfstweer op het werk en meneer zit lekker in de jungle! maar ja verschil moet er zijn he ;)

    Ik kijk uit naar de volgende! en hopelijk kun je snel je motor antrapp´n ;)
  8. Pieter-Jan:
    7 november 2009
    goed verhaal! doe de brulapen de groeten

    ps.

    geen teen -1
  9. Henk:
    17 november 2009
    't wordt eigenlijk wel eens tijd dat je opduikt! Of ben je bij de derde boom links af geslagen in plaats van rechts? Ben erg benieuwd naar je ervaringen!
  10. paul:
    18 november 2009
    looking to hearing an update... last alex told me you were stranded about 40km from your first stop in suriname. please updtae me with some better news..... good luck